Als aangemelde gebruiker kunt u hierboven de nodige bestanden raadplegen of downloaden. Voor deze toets zijn dat een instructiebundel voor de leerkracht, een toetsboekje voor de leerlingen (zelf af te drukken), toetsboekjes geschikt voor verschillende voorleessoftwareprogramma's en een scoringswijzer voor eventuele open vragen in de toets.
Opmerking: de instructiebundel voor de leerkracht is dezelfde voor alle vijf de toetsen uit het leergebied mens en maatschappij. Als u meerdere van deze toetsen gaat afnemen, hoeft u de instructiebundel dus maar één keer af te drukken.
Deze toets is geschikt voor afname aan het einde van het zesde leerjaar van het gewoon basisonderwijs.
Deze toets werd ontwikkeld in het kader van de peiling mens en maatschappij van 2019 en meet de volgende eindtermen:
2.1 De leerlingen kunnen illustreren dat verschillende vormen van arbeid verschillend toegankelijk zijn voor mannen en vrouwen en verschillend gewaardeerd worden.
2.2 De leerlingen kunnen met een zelf gekozen voorbeeld illustreren hoe de prijs van een product tot stand komt.
2.3 De leerlingen kunnen met een zelf gekozen voorbeeld het nut en het belang aangeven van een collectieve voorziening, waarvoor de overheid zorg draagt.
2.4 De leerlingen kunnen illustreren dat welvaart zowel over de verschillende landen in de wereld als in België ongelijk verdeeld is.
2.5* De leerlingen beseffen dat hun gedrag beïnvloed wordt door de reclame en de media.
2.9 De leerlingen kunnen voorbeelden geven van mogelijkheden die in onze samenleving bestaan voor de zorg en opvang van bejaarden en mensen met een handicap.
2.11 De leerlingen kunnen illustreren dat arbeidsmigratie en het probleem van vluchtelingen een rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van onze multiculturele samenleving.
2.13 De leerlingen kunnen het belang illustreren van de fundamentele Rechten van de Mens en de Rechten van het Kind. Ze zien daarbij in dat de rechten en plichten complementair zijn.
2.14 De leerlingen kunnen op een eenvoudige wijze uitleggen dat verkiezingen een basiselement zijn van het democratisch functioneren van onze instellingen.
2.15 De leerlingen kunnen illustreren op welke wijze internationale organisaties ernaar streven om het welzijn en/of de vrede in de wereld te bevorderen.
2.16 De leerlingen weten dat Vlaanderen één van de gemeenschappen is van het federale België en dat België deel uitmaakt van de Europese Unie. Ze weten daarbij dat elk een eigen bestuur heeft waar beslissingen worden genomen.
2.17 De leerlingen kennen de erkende symbolen van de Vlaamse Gemeenschap (met name feestdag, wapen, vlag, volkslied en memoriaal).
4.15 De leerlingen kennen de verkeersregels voor fietsers en voetgangers, om zich zelfstandig en veilig te kunnen verplaatsen langs een voor hen vertrouwde route.
Registreer in naam van een onderwijsinstelling of meld u aan om toegang te krijgen tot de bestanden die bij deze paralleltoets horen.